back
Commander
CMDR checklist # 2: sluiten luchtkleppen
- Zoek “CABIN RELIEF” en “CABIN VENT”. (L2)
- Schakel “A” en “B” naar “ENABLE”. (L2)
- Schakel “VENT ISOL” en “VENT” naar “CLOSE”. (L2)
- Schakel “A” en “B” opnieuw naar “CLOSE”. (L2)
CMDR CHECKLIST # 3: inbrengen prelaunch programma
- Breng het vluchtplan in: OPS 777 EXEC.
- vluchtplan high? ITEM 601 EXEC
- vluchtplan normal? ITEM 602 EXEC
- vluchtplan low? ITEM 603 EXEC
- Breng het reserveplan in: OPS 778 EXEC.
- vluchtplan high? ITEM 601 EXEC
- vluchtplan normal? ITEM 602 EXEC
- vluchtplan low? ITEM 603 EXEC
CMDR CHECKLIST # 4: OMS ontsteking # 1
- Geef OMS-brandstofniveau weer: OPS 008 EXEC
- Geef status OMS-motoren weer: ITEM 301 EXEC
- Zoek “OMS ENG”. (C3)
- Schakel “LEFT” en “RIGHT” naar “ARM”. (C3)
- WXT geeft het OMS-1 programma door. Bevestig.
- Hoog vluchtprofiel, programma “H”: ITEM 474.
- Normaal vluchtprofiel, programma “N”: ITEM 475.
- Laag vluchtprofiel, programma “L”: ITEM 476.
Breng het juiste OMS-1 programma in. Druk nog niet op EXEC!
- Druk 10 seconden voor de ontsteking moet gebeuren op EXEC om de aftelling te starten.
- Volg de aftelling op de “advisory line”.
- Bevestig OMS-ontsteking.
- Na uitdoving OMS-motoren: schakel “LEFT” en “RIGHT” “OMS ENG” weer naar “OFF”. (C3)
CMDR CHECKLIST # 8: OMS ontsteking # 2
- Geef OMS-brandstofniveau weer: OPS 008 EXEC.
- Geef status OMS-motoren weer: ITEM 301 EXEC.
- Zoek “OMS ENG”. (C3)
- Schakel “LEFT” en “RIGHT” naar “ARM”. (C3)
- Breng het ontstekingsprogramma in: ITEM 477.
- Druk 10 seconden voor de ontsteking moet gebeuren op EXEC om de aftelling te starten.
- Volg de aftelling op de “advisory line”.
- Bevestig OMS-ontsteking.
- Na uitdoving OMS-motoren: schakel “LEFT” en “RIGHT” “OMS ENG” weer naar “ OFF”. (C3)
CMDR CHECKLIST # 12: Ontplooien Luchtsondes
- Zoek “AIR DATA PROBE STOW”. (C3)
- Schakel “LEFT” en “RIGHT” naar “ENABLE”. (C3)
- Zoek “AIR DATA PROBE”. (C3)
4. Schakel “LEFT” en “RIGHT” naar “DEPLOY/HEAT”. (C3)
”
CMDR CHECKLIST # 13: Uitschakelen boordsystemen
- Zoek “CABIN RELIEF” en “CABIN VENT”. (L2)
- Schakel “A” en “B” naar “ENABLE”. (L2)
- Schakel “VENT ISOL” en “VENT” naar “OPEN”. (L2)
- Schakel “A” en “B” opnieuw naar “CLOSE”. (L2)
- Schakel voor “DFI RECORDERS”:
- “PCM” naar “LO SAMPLE”. (C3)
- “ASCEnt” en “mission” naar “standby”. (c3)
- Schakel “timer” naar “set”. (C2)
- Schakel “event timer” naar “stop”. (C2)
- Schakel “general purpose computer power” #5 tot en met #1 naar “OFF”. (O6)
- Schakel “flt cntlr power” naar “off”. (F6)
- Schakel “instrument power” naar “off”. (F6)”